DE NAAM HARING
West-Friesland 15-de en 16-de eeuw De eerste vermelding van de naam Haring in West-Friesland (voor zover bekend) is te vinden in de "Chroniick van Hoorn" door D.Velius. Als bijzondere gebeurtenis voor het jaar 1435 staat vermeldt, dat 4 of 5 dagen na lichtmis (2 februari) het ijs op de Zuiderzee zo sterk was, dat Pieter Haring, inwoner van Hoorn, wegens een weddenschap 12 ossen over het ijs dreef van Staveren naar Enkhuizen. In dezelfde kroniek worden ook de heldendaden van Jan Haring in 1573 vermeld. Na een mislukte poging om Haarlem te ontzetten van het beleg door de Spanjaarden, wordt de vijand op de Diemerdijk enige tijd door Jan Haring opgehouden zodat vele burgers aan de achtervolging kunnen ontsnappen (18 en 19 maart 1573). Op 11 oktober 1573 tijdens de slag op de Zuiderzee wordt de vlag op het schip van admiraal Bossu door Jan Haring uit de mast gehaald. Dit veroorzaakt bij de vijand grote verwarring. Bossu verliest de slag en wordt gevangen genomen. Jan Haring komt om het leven. Het is (jammer genoeg) onwaarschijnlijk en niet aantoonbaar dat de huidige Haringen in West-Friesland van bovengenoemde Haringen afstammen.
West-Friesland 18-de eeuw
De eerste vermelding van een Haring waarvan de afstamming wel aantoonbaar is, is te vinden in het trouwboek van het gerecht te Zwaag (zie blz.2-1 bis), op 18 januari 1705. In dit trouwboek en in de RK-trouwboeken van 1734 tot en met 1773 wordt de naam Heering gebruikt. De vele schrijfwijzen in de doopboeken in de 18-de eeuw (Haaring, Haring, Häring, Heering en Hering) doen vermoeden dat de Haringen toentertijd niet hun eigen naam konden lezen of schrijven. Dat de naam Heering later geschreven wordt als Haring is te verklaren, als men weet dat de vis haring in het Westfries heering wordt genoemd. In het trouwboek van Zwaag van 1705 staat dat Barent Lambertsz. Heering afkomstig is uit Weerselo in Twente (werslo in twent).
Twente 18-de eeuw
De doop-, trouw- en begraafboeken van Weerselo beginnen in 1701, zodat de geboorte van Barend niet is terug te vinden (vermoedelijk rond 1680). Op 27 februari 1709 trouwen te Weerselo Lambertus Heerninck en Euphemia Wilming (of Welmong). Deze Lambertus zou een broer van Barend kunnen zijn.
Nederland 18-de en 19-de eeuw
Vrijwel alle Haringen in West-Friesland bleken familie te zijn. Van Haringen uit de 18-de en 19-de eeuw die buiten West-Friesland werden aangetroffen (Amsterdam, Sloten, Zaandam, Monnickendam, Velsen, Heusden, Den Helder,Den Haag, Rotterdam, Hellevoetsluis, Hilversum, Zwolle) kon geen familierelatie worden vastgesteld.
Oorsprong en betekenis
De naamsuitgangen -ing, -ink en -inck (Neder-Saksische 2-de naamval) komen in Twente veel voor; ze betekenen "zoon van". De naamstam van Haring, Heering, Hering, enz. is Haro (ook Hare, Hari, Heri of Hero). Haro is een oude Germaanse voornaam en betekent heer of leger.
LEEFOMSTANDIGHEDEN 18-de EN 19-de EEUW
De leefomstandigheden in West-Friesland vertonen vanaf het midden van de 17-de eeuw tot het begin van de 19-de eeuw een neergaande lijn. De economie stagneert en er is sprake van een bevolkingsafname. Zoals blijkt uit de "lijsten der verpondingen" (onroerend goed belasting) loopt in deze periode het aantal huizen terug (in 100 jaar met ruim 20%). De Haringen zitten in deze periode krap bij kas. Huwelijken en begrafenissen vinden "pro deo" plaats. Een arme weduwnaar met kinderen moet, door het ontbreken van sociale voorzieningen, snel hertrouwen. Bij de Haringen gebeurt dit met grote regelmaat. De economische neergang in handel en nijverheid werd veroorzaakt door de toenemende internationale concurrentie en handelsbeschermende maatregelen. De kooplieden, rijk geworden in de 17-de eeuw met de handel op de Oostzee en Indië, gingen in de 18-de eeuw rentenieren en bankieren. Hierdoor liep de werkgelegenheid terug. Vooral de Vierde Engelse Oorlog in 1780 had desastreuze gevolgen voor onze internationale handel. De veeteelt werd getroffen door veepest, strenge winters en droge zomers. Ook de landbouw in West-Friesland had met grote problemen te kampen. De verzilting van de landbouwgrond veroorzaakte lagere opbrengsten. Als gevolg van de verzilting werd het oppervlaktewater ongeschikt voor huishoudelijk gebruik (maar het bleek een geschikt leefmilieu voor malariamuggen). Voor drinkwater, koken, reiniging van kleding en eetgerei, was men aangewezen op regenwater. Door de gebrekkige opslag was dit water een bron van infecties (diarreeziekten); vaak was er een tekort waardoor reiniging achterwege bleef. Malaria en cholera epidemieën hebben dan ook tot ver in de 19-de eeuw vele slachtoffers gemaakt. De kindersterfte was in de 18-de eeuw bijzonder hoog. Vooral door de verbetering van de hygiëne daalt deze in de loop van de 19-de eeuw. Met drooglegging van moerassen en grachten en de aanleg van rioleringen in de steden worden malaria en cholera bestreden. Dit alles veroorzaakt vanaf het midden van de 19-de eeuw een sterke bevolkingstoename. In de 19-de eeuw is er weer sprake van economische groei. Er worden nieuwe wegen en kanalen aangelegd en er ontstaan nieuwe industrieën. Ook het onderwijs en de medische voorzieningen worden verbeterd.
BRONNEN
Voor het verzamelen van de gegevens in deze stamboom zijn de volgende archieven geraadpleegd:
Streekarchief Waterland |
Purmerend |
Archiefdienst Westfriese Gemeenten |
Hoorn |
Rijksarchief in Noord-Holland |
Haarlem |
Gemeentelijke Archiefdienst |
Amsterdam |
Gemeentearchief Alkmaar |
Alkmaar |
Rijksarchief in Overijsel |
Zwolle |
Centraal Bureau voor Genealogie |
Den Haag |
Gemeentearchief Haarlemmermeer |
Hoofddorp |
Gegevens van het einde van de 19-de eeuw tot heden zijn verzameld door verwanten en aanverwanten van de familie Haring. Zie de vermeldingen op de eerste bladzijde van de betreffende hoofdstukken.
Voor achtergrondinformatie zijn de volgende boeken geraadpleegd:
Chroniick van Hoorn |
Velius |
Isaac Willemsz. |
1648 |
Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden |
Isaak Tirion |
|
1750 |
Nieuwe Kroniek van Hoorn |
Kroon en Kapteijn |
A.C.Boldingh |
1891 |
Woordenboek van Voornamen |
v.d.Schaar |
Spectrum |
1970 |
Oostnederlandse Familienamen |
B.J.Hekket |
Witkam |
1975 |
Algemene Winkler Prins Encyclopedie |
|
Elsevier |
1975 |
Winkler Prins Geschiedenis der Nederlanden |
|
Elsevier |
1977 |
Algemene Geschiedenis der Nederlanden |
|
Fibula-Van Dishoeck |
1981 |
INLEIDING
De meeste lezers zullen wel eens een stamboom hebben gezien, kwartierstaten daarentegen zijn minder bekend. Daarom eerst een uitleg van enkele begrippen.
Een kwartierstaat is een overzicht van iemands werkelijke voorouders zoals ouders, grootouders, overgrootouders, betovergrootouders, enz.
De vier kwartieren der grootouders geven een overzicht van beide ouders en de vier grootouders. De acht kwartieren der overgrootouders bevatten tevens de acht overgrootouders. Iedere volgende generatie verdubbelt het theoretische aantal voorouders.
Men spreekt van kwartierverlies wanneer dezelfde voorouders op verschillende plaatsen in de kwartierstaten voorkomen. Dit gebeurt b.v. wanneer een neef en een nicht met elkaar huwen. Kwartierverlies over een groter aantal generaties komt meer voor (zie blz.5-5-0) m.n. in besloten gemeenschappen.
Hoe verder men terug zoekt in de tijd, hoe groter de problemen worden. De redenen hiervoor zijn:
· De verdubbeling van het aantal voorouders per generatie
· De toename in geografische spreiding van de voorouders
· De verminderde toegankelijkheid (leesbaarheid en ontbreken van indexen) van de archieven
· Het ontbreken van archieven.
ACHTERGRONDEN
Achtergronden ,bijzonderheden en aanvullende informatie zijn zoveel mogelijk opgenomen naast de betreffende kwartierstaten. Het betreft hier foto’s van de tweede tot en met de vijfde generatie, gegevens over eerdere of latere huwelijken, fragmenten van akten en testamenten, informatie over de woonomgeving enz.
Over de godsdienst van de voorouders kan het volgende worden opgemerkt:
De voorouders van Jacobus J.Haring zijn vrijwel allemaal rooms-katholiek.
De voorouders van Wilhelmina F.Hoffman zijn vrijwel allemaal protestant (Nederduits hervormd). Afwijkingen zijn in de kwartierstaat vermeld.
BRONNEN
Voor het verzamelen van de gegevens in deze kwartierstaten zijn de volgende archieven geraadpleegd:
Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) |
Den Haag |
Algemeen Rijksarchief |
Den Haag |
|
|
Rijksarchief in Noord-Holland |
Haarlem |
Gemeentearchief Alkmaar |
Alkmaar |
Gemeentelijke Archiefdienst Amsterdam |
Amsterdam |
Streekarchief Waterland |
Purmerend |
Archiefdienst Westfriese Gemeenten |
Hoorn |
|
|
Rijksarchief in Zuid-Holland |
Den Haag |
Gemeentelijke Archiefdienst Gouda |
Gouda |
Gemeentearchief 's-Gravenhage |
Den Haag |
Gemeentearchief Leiden |
Leiden |
|
|
Gemeentearchief Bergen op Zoom |
Bergen op Zoom |
Gemeentelijke Archiefdienst Breda |
Breda |
|
|
Rijksarchief in Zeeland |
Middelburg |
Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland |
|
en Sint-Philipsland |
Zierikzee |
|
|
Rijksarchief in Overijssel |
Zwolle |
|
|
Bistumsarchief Münster |
Münster (WF) |
Stadtarchif Stadt Rheine |
Rheine (WF) |
Gegevens werden tevens verkregen van leden van de Werkgroep Genealogisch Onderzoek in Duitsland (WGOD).
Voor achtergrondinformatie zijn de volgende boeken geraadpleegd:
Chroniick van Hoorn |
Velius |
Isaac Willemsz. |
1648 |
Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche Oudheden |
M.Brourius van Nidek en Isaak le Long |
Schoonenburg |
1731 |
Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden |
|
Isaak Tirion |
1750 |
Nieuwe Kroniek van Hoorn |
Kroon en Kapteijn |
A.C.Boldingh |
1891 |
Mettingen Im wandel der Zeiten |
Rickelmann |
|
1953 |
Algemene Winkler Prins Encyclopedie |
|
Elsevier |
1975 |
Winkler Prins Geschiedenis der Nederlanden |
|
Elsevier |
1977 |
Leidse Facetten |
Dick E.H.de Boer |
Waanders |
1982 |
Algemene Geschiedenis der Nederlanden |
|
Fibula-Van Dishoeck |
1981 |
In
azuur een gaande en aanziende leeuw |